Richtlijn Drukapparatuur Alklima

PED-regelgeving

Nieuwe drukvaten, leidingen of installaties met een toelaatbare druk van meer dan 0,5 bar moeten voldoen aan de eisen van de Europese richtlijn drukapparatuur PED (2014/68/EU). Mitsubishi Electric als fabrikant draagt er zorg voor dat alle essentiële veiligheidseisen van de Richtlijn drukapparatuur tegemoet gekomen zijn in haar systemen. Met het aanbrengen van de CE-markering maakt Mitsubishi Electric kenbaar dat het product voldoet aan alle geldende productrichtlijnen.

Consequenties voor koeltechnische installateur

Een drukapparaat kan bestaan uit een enkel drukvat, maar ook uit een samenstel van meerdere drukvaten en leidingen. Degene die door het samenstellen van drukvaten en leidingen er een functioneel geheel van maakt, wordt door de PED gezien als fabrikant van het samenstel. In de koeltechniek is dit vrijwel uitsluitend de installateur, omdat die de diverse appendages en leidingen samenbouwt.

Alle componenten in een nieuwe airconditioninginstallatie (drukvaten, installatieleidingen, veiligheids-appendages) worden ingedeeld in (risico)categorieën. De PED maakt onderscheid tussen categorie I, II, III en IV. Apparaten die door geringe druk of inhoud niet in een van de categorieën in te delen zijn, vallen onder artikel 4 lid 3, en daarmee buiten de PED. De beoordeling van een samenstel wordt bepaald door de appendage of leiding met de hoogste categorie, met uitzondering van de veiligheidsappendages van het systeem. Bij het bepalen van de categorie van de componenten wordt onderscheid gemaakt tussen drukvaten en leidingen.

De apparatuur van Mitsubishi Electric wordt in de markt gezet als sub-samenstel. Dit houdt in dat Mitsubishi Electric haar apparatuur al heeft ingedeeld in een categorie en deze heeft laten beoordelen door een “Aangewezen Keuringsinstantie”, oftewel een “conformiteitsbeoordelingsinstantie”, en verder te noemen CBI. 

EU-CBI EN NL-CBI

Er bestaat onderscheid tussen EU-CBI’s en NL-CBI’s. Een aangewezen en geregistreerde EU-CBI mag alleen conformiteitsbeoordelingen uitvoeren als het gaat om het op de markt aanbieden of in de handel brengen van producten (arbeidsmiddelen). De EU-CBI gaat daarbij uit van eisen uit de toepasselijke productrichtlijn die geïmplementeerd is in de Warenwetregelgeving. Een aangewezen NL-CBI mag alleen de in Nederland wettelijk verplichte conformiteitsbeoordelingen uitvoeren ten aanzien van producten (arbeidsmiddelen) in de gebruiksfase (deze NL-CBI is aangewezen door de minister van SZW). De NL-CBI gebruikt daarbij de eisen gesteld bij of krachtens de Warenwet. 

De producten van Mitsubishi Electric zijn beoordeeld en gecategoriseerd door TÜV Rheinland. Deze beoordeling heeft alleen betrekking op de geleverde apparatuur en niet op aan te brengen leidingen en wijze van montage door de installateur.

Voor de beoordeling van een samenstel die behoort tot categorie II of hoger dient de installateur zelf een overeenstemmingsbeoordeling aan te vragen bij een EU- of NL-CBI. Samenstellen die vallen onder artikel 4 lid 3, of behoren tot categorie I, vallen onder “goed vakmanschap” en zijn vrijgesteld van keuringsplicht door een EU- of NL-CBI. Echter, installaties van categorie I dienen wel te voldoen aan dezelfde essentiële veiligheidseisen als samenstellen uit de hogere categorieën. Tevens moet er voor installaties die vallen onder categorie I een technisch dossier worden samengesteld met de essentiële informatie met betrekking tot de componenten van het gemaakte samenstel. 

Als bewijs dat installaties die behoren tot categorie II, III of IV door een EU-CBI volgens de voorgeschreven procedure is beoordeeld, dient de door de installateur aangebrachte CE-markering gevolgd te worden door het identificatienummer van deze aangemelde instantie. Verder geeft de installateur een EG-Verklaring van Overeenstemming af voor het hele samenstel en levert bij de installatie een gebruikershandleiding in de taal van het land waar de installatie wordt geïnstalleerd. 

De EG Verklaring van Overeenstemming zal moeten garanderen dat het product aan de essentiële eisen van de toepasselijke richtlijnen voldoet, ofwel garanderen dat het product overeenstemt met een type waarvoor een typeverklaring (door een CBI) is verstrekt, en aan de essentiële eisen van de toepasselijke richtlijnen voldoet.

Indeling Mitsubishi Electric systemen

RAC en Mr. Slim Single Split  (R410a & R32)

De meeste units in de RAC- en Mr. Slim-serie vallen onder artikel 4 lid 3 of categorie I en vallen dus onder “Goed vakmanschap”. Conform de PED volstaat in deze categorie een conformiteitverklaring ten behoeve van de laagspanningsrichtlijn. Deze conformiteitverklaringen zijn bij Alklima op te vragen of zelf te downloaden vanaf de site. Systemen die vallen binnen categorie 1 dienen voorzien te worden van een technisch dossier. 

RAC R32 Multi-Split systemen van het type MXZ3F54VF3, MXZ3F68VF3, MXZ4F72VF3, MXZ4F80VF3, MXZ6F122VF en Mr.Slim R32 splitsystemen PUZ-M100-140YKA, PUZ-ZM35-140YKA behoren tot de PED categorie II en dienen voorzien te worden van een overeenstemmingsbeoordeling van een NL-CBI.

Mr.Slim R32 splitsystemen van het type PUZ-(Z)M200-250YKA behoort tot de PED categorie III en dient een keuring van ingebruikneming te ondergaan (KvI).

Bekijk de RAC- en Mr. Slim-serie

City Multi VRF R410a

De buitenunits vallen in categorie I of II. De buitenunits met een bouwgrootte type ≥ (E)P200 vallen allemaal binnen categorie II waardoor er dus een overeenstemmingsbeoordeling noodzakelijk is. De conformiteitverklaringen zijn bij Alklima op te vragen of zelf te downloaden vanaf de site.

Alle City Multi binnenunits vallen binnen artikel 4 lid 3. Conform de PED volstaat in deze categorie een conformiteitverklaring ten behoeve van de laagspanningsrichtlijn. Deze conformiteitverklaringen zijn bij Alklima op te vragen of zelf te downloaden vanaf de site. 

Bekijk de VRF- warmtepompen

City Multi VRF R32 

De buitenunits met een bouwgrootte type ≥ (E)M200 vallen allemaal binnen categorie III waardoor er per systeem een keuring voor ingebruikname verricht zal moeten worden door een NL-CBI voordat het betreffende systeem in gebruik kan worden genomen door de eigenaar. De in deze systemen toegepaste binnenunits zijn gelijk aan de R410a variant en vallen dus eveneens binnen artikel 4 lid 3.

Bekijk alle City Multi VRF systemen

Technische Documentatie ten behoeve van Typekeur

Alle apparatuur van Mitsubishi Electric is ingedeeld in een categorie en beoordeeld door een EU-CBI. Deze beoordeling heeft echter alleen betrekking op de apparatuur. Voor een beoordeling van een samenstel die behoort tot categorie II of hoger dient de installateur zelf een overeenstemmingsbeoordeling aan te vragen bij een NL-CBI.

Een onderdeel van deze beoordeling is Technische documentatie. De installatie en bedieningshandleidingen worden voor alle binnen- en buitenunits ter beschikking gesteld. Natuurlijk is het ook mogelijk om de betreffende documentatie voorafgaande aan de levering te downloaden vanaf de site. 

Na het verzamelen van alle relevante documentatie en het realiseren van het project zal een NL-CBI een typeonderzoek uitvoeren op locatie. Bij goedkeuring kan de installateur een ‘Typekeur’ verkrijgen. De installatie krijgt een CE-markering waarmee aangetoond is dat de installatie voldoet aan de gestelde eisen vanuit de PED. Met het behalen van de typekeur mag de installateur de CE-markering toepassen op installaties van dezelfde categorie. Elke volgende installatie wordt gemeld aan de NL-CBI. Steekproefsgewijs zal afhankelijk van de NL-CBI een aantal installaties bezocht en gecontroleerd worden.

Keuring voor Ingebruikneming

Klimaatinstallaties met chemische koudemiddelen moeten vanaf categorie III een Keuring voor Ingebruikneming ondergaan. De eigenaar van de installatie is zelf verantwoordelijk voor het laten uitvoeren van deze keuring en dient dit zelf aan te vragen bij een NL-CBI. Wel dient de installateur de eigenaar te wijzen op deze verplichting.

Bij de Keuring voor Ingebruikneming (verder te noemen KvI) zal de keuringsinstelling naast de plaats van opstelling en beveiligingen van de installatie, ook de door de fabrikant (installateur) meegeleverde documentatie beoordelen. Of een installatie in categorie III of IV valt en dus een KvI dient te ondergaan is terug te vinden op de bij de installatie horende EG¬ Verklaring van Overeenstemming. Periodieke herkeuring is noodzakelijk voor de in categorie III of IV vallende systemen.