• Locatie Bolsward
  • Leestijd 6 minuten
  • Branche Zorg
  • Oplevering 2022

Huisartsenpraktijk Bolsward volledig duurzame verwarming, koeling en ventilatie

Het nieuwe gezondheidscentrum De Brigade in Bolsward is gasloos en toekomstbestendig. Een geïntegreerd klimaatconcept van Mitsubishi Electric zorgt er voor duurzame verwarming, koeling en ventilatie. En het gebouw is zo ontworpen dat er in de toekomst moeiteloos een tweede bouwlaag op kan. Dat had gevolgen voor de klimaatinstallatie. De buiten-unit van de VRF warmtepomp kon niet op het dak. De driehoek leverancier, adviseur en installateur loste dat creatief op. Uiteindelijk leverden ze een uiterst energiezuinig maatwerksysteem op dat perfect past bij de zorgfunctie en gebruikers.

Huisartsenpraktijken worden vaak gebouwd voor een periode van 15 jaar. Daarna verhuizen de gebruikers doorgaans naar iets groters. Elke keer laten ze een pand met specifieke installaties achter om elders weer iets nieuws op te bouwen. Niet ideaal vanuit het oogpunt van duurzaamheid en circulariteit. In Bolsward pakten ze het anders aan. De gezamenlijke praktijk van twee huisartsen was uit zijn jasje gegroeid en toe aan een nieuwe. Na wat omwegen, lieten de artsen hun oog vallen op een locatie waar ze nieuw konden bouwen; compromisloos en duurzaam. Uitgangspunt was dat het nieuwe gezondheidscentrum zo’n 50 jaar dienst moest kunnen doen. En aardgas was er niet welkom.

Optimale invloed op kamerniveau

De constructie werd berekend op twee bouwlagen, waarvan er vooralsnog één is gerealiseerd. Zodra uitbreiding nodig is, zijn een trap, lift en tweede laag zo gerealiseerd. In het zoek-, ontwerp- en bouwtraject werden de huisartsen bijgestaan door Advance Zorgprojecten, gespecialiseerd in  huisvestingsprojecten voor de eerstelijnsgezondheidszorg. Eigenaar Dirkjan Bakker: “Huisartsenpraktijken hebben een eigen dynamiek. Je hebt wachtruimtes, vergaderruimtes en onderzoekskamers; overal zijn andere omstandigheden gewenst. In de wachtruimte, met veel mensen, zal het doorgaans koeler moeten zijn dan in een kamer waar een patiënt een stethoscoop op zijn borst krijgt. De gebruikers willen dus op kamerniveau maximale invloed uitoefenen op het klimaat. Het systeem moet snel reageren en doen wat je ervan vraagt. Bovendien is de inzet van de installaties beperkt tot overdag. ’s Avonds en in het weekend is er doorgaans niemand. Dat is bepalend voor de installatiekeuze en het ontwerp.”

Energiezuinig

Op basis van ervaringen bij andere gezondheidscentra, kozen Bakker en de huisartsen voor de VRF R2 warmtepomp van Mitsubishi Electric. In combinatie met de Lossnay WTW-ventilatie units van dezelfde leverancier, ontstaat een volledig geïntegreerd systeem dat buitenlucht kan filteren, koelen en verwarmen. Bakker: “Deze systeemoplossing staat garant voor feilloze prestaties, individuele regelbaarheid en een zeer hoog comfort. Bovendien is het extreem energiezuinig. Het kan gelijktijdig de ene ruimte koelen en de andere verwarmen door energie uit te wisselen. Als je bijvoorbeeld aan de zuidkant, die voorzien is van een glazen pui, een ruimte wilt koelen, kan de onttrokken warmte direct – via de verdeler - naar een ruimte aan de noordkant waar op dat moment warmtevraag is. Zonder inzet van energie. Echt, ik ken geen systeem met een grotere gebruikerstevredenheid dan dit.”

Buitenzonwering overbodig

De noordkant van het pand heeft bakstenen muren. De oost-, west- en zuidkant zijn volledig van glas, met een dakoverstek van twee meter breed. Als de zon in de zomer hoog staat, verhindert het dakoverstek dat het licht ver naar binnen valt en er koeling vereist is. Terwijl de laagstaande zon in de wintersituatie juist warmte toevoert. “Er is bewust geen buitenzonwering aangebracht. Normaal gesproken doen we dat wel. Maar door deze bouwwijze verwachten we dat we extra energie kunnen besparen. We gaan dat uiteraard monitoren de komende tijd en het energiegebruik vergelijken met andere praktijken.”

Buiten-unit levensduur van 20 jaar

Installatiebedrijf Bouma bouwde het systeem op. Directeur en projectleider Bernard de Vries van Bouma: “We hebben in elk van de 19 ruimtes een kanaalunit geplaatst, boven het plafond. Daarnaast zijn er drie Lossnay WTW-units ingezet. De Lossnay’s trekken de frisse lucht naar binnen, in de kanaalunits wordt de lucht in elke ruimte gekoeld ofwel verwarmd. De binnen-units zijn vrijwel geruisloos, niet onbelangrijk in een omgeving waar vertrouwelijke gesprekken worden gevoerd. De uitdaging was vooral om de buiten-unit een plek te geven. Die kon niet op het dak, zoals we dat normaal zouden doen, omdat daar op termijn een verdieping op komt.” De buiten-unit van de warmtepomp gaat minimaal 20 jaar mee, dus zal tegen die tijd nog prima functioneren. Tijdelijk op het dak plaatsen was geen optie, want leverancier Alklima berekende dat het relatief veel zou kosten om de buiten-unit en al het leidingwerk te verplaatsen bij de toevoeging van een tweede bouwlaag.  

Vernieuwde oplossing

“De unit staat nu achter het gebouw, in een berging,” zegt De Vries. “De leidingen lopen door de grond, met lasverbindingen, naar de buiten-unit. Normaal lopen die tussen of boven de plafonds naar het dak. De leidingen liggen goed afgeschermd en we hebben de buiten-unit zo ingeregeld dat die ’s nachts geen geluidsoverlast bezorgt voor de omwonenden. Zo hebben we in de driehoek leverancier, adviseur en installateur een fraaie, innovatieve inbouwoplossing gevonden. Alklima hielp ons het systeem in bedrijf te stellen en te controleren, toen op het allerlaatste moment de Nuts-invoerleidingen pas gereed waren. Het werkte meteen prima.”

Hygiëne boven de plafonds

Maatwerk leverden ze ook boven de plafonds. De luchtkanalen zijn er direct aangesloten op de kanaalunits, zonder opening daartussen, zodat vervuiling en stof uit de aangezogen lucht niet op het plafond kan neerdwarrelen. “Het ventilatiesysteem maakt gebruik van dezelfde kanalen als het VRF-systeem. Samen met Alklima en de installateur hebben we een oplossing bedacht om te voorkomen dat vervuiling op het plafond een voedingsbodem wordt voor alles wat je daar niet wilt hebben. Uit hygiënisch oogpunt is het vooral in dit soort gebouwen een perfecte oplossing.”

Eén eindverantwoordelijke

De VRF R2 warmtepomp met geïntegreerde warmteterugwinning werkt in feite als een airco. Onder de motorkap is het een ingenieus en complex systeem, maar voor de gebruikers werkt het heel eenvoudig. Ze draaien met het volste gemak aan de knoppen. En door de toevoeging van ruimtethermostaten met bewegingssensor, schakelt de inzet vanzelf uit als er geen gebruikers zijn. Bakker zegt voorkeur te hebben voor geïntegreerde systemen van één leverancier. “Knoop je componenten van meerdere partijen aan elkaar, dan krijg je onnodige complexiteit en partijen die naar elkaar gaan wijzen als iets niet goed werkt. Ook mis je dan een ‘foolproof’ functionerende centrale bediening. Het mooie van dit systeem is dat je één leverancier hebt die verantwoordelijk is voor het totaalpakket. Alklima is daarbij een partij die je perfect ondersteunt, eerlijk meedenkt en de eindgebruiker centraal stelt. Bij de oplevering werkt het systeem meteen voor 100%. Je moest eens weten hoe vaak dat niet zo is.”

VRF R2 voorkeur

In dit geval is bewust gekozen voor een luchtgevoerde warmtepomp met koudemiddel, niet voor een watergevoerd HVRF-systeem. Bakker: “Het is een lastige afweging. Het liefste heb je een HVRF met het rendement van VRF R2. Voor ons weegt het hogere rendement van een VRF R2 systeem op dit moment zwaarder dan de optie van HVRF. Juist vanwege de verwachte hoge mate van energie-uitwisseling in dit project”. Het warmtapwater wordt in dit geval opgewekt met close-in boilers, de personeelsdouche met een doorstroomboiler. “Er staan hier 20 aanrechten, die allemaal warmwater nodig hebben, maar het warmwaterverbruik is heel gering. Het verbruik is vooral overdag, als ook de zon vaak schijnt. Die energie wordt dan met PV-panelen geleverd. Het alternatief is het opwekken van warmtapwater met een warmtepomp. Je moet dan water distribueren met een 24/7 circulatiesysteem. Bij een laag verbruik kost dat veel meer energie dan water warm houden met kleine boilers. En daar komen nog de hoge kosten bij voor legionellabeheersing. Voor dit specifieke, medische gebruik zijn boilers in onze ervaring nog steeds de betere keuze”.