Het enthousiasme is te proeven als we Grevers spreken, die zich in het dagelijks leven inzet als manager woningbouw voor
Alklima/Mitsubishi Electric. Hij is ervan overtuigd dat zijn 2-onder-1-kapwoning uit 2004 een schoolvoorbeeld is van een
maximale en realistische inzet op verduurzaming. “We kochten het huis in juni 2018 en hebben in drie maanden tijd de woning gemoderniseerd en verduurzaamd. Vanaf het prille begin was het voor ons duidelijk dat we de woning van het gas af zouden halen. Dat stond buiten discussie. Ook de invulling stond in hoofdlijnen wel vast door de diverse trajecten waar ik dagelijks betrokken bij ben. Uiteraard moesten hierbij diverse details en ook het financiële plaatje onderzocht worden.”
Impact laten zien en voelen
Daarmee startte de inventarisatie naar verschillende verduurzamingsmogelijkheden. Bovenal zocht Grevers naar een route waar hij achter stond. “Op mijn visitekaartje staat manager woningbouw, maar voel me meer een meewerkend voorman, waarbij ik direct betrokken ben bij lopende projecten. Ik wil laten zien en voelen wat de impact en het comfort is van installaties die geen gebruik meer maken van fossiele grondstoffen.” Die mindset nam hij mee naar zijn privé-situatie. “Stel nu dat ik een cv-ketel in mijn huis zou hangen. Dan zou ik geen vertrouwen hebben in de techniek die ik dagelijks adviseer. Daarnaast vind ik oprecht dat dit de richting is die we op moeten.”
Dankzij zijn professionele achtergrond wist Grevers meer dan de gemiddelde particulier over oplossingsmogelijkheden. “De gebouwschil en de isolatie voldeden nog, omdat de woning in 2004 is gebouwd. Het lag dan ook voor de hand om vooral te kijken naar de installaties in huis en eventuele aanpassingen hiervoor. Voor mij was het duidelijk dat we voor ventilatie met warmteterugwinning zouden gaan, in combinatie met twee warmtepompen: een lucht-/water en een lucht-/lucht warmtepomp. In principe zouden we kunnen volstaan met alleen de lucht-/water warmtepomp, omdat hiermee ruimteverwarming, (top)koeling en opwek van warm tapwater mogelijk is. Toch koos ik in de slaapkamers en het kantoor voor lucht-/lucht zodat we in deze vertrekken tevens beschikken over volwaardige airco. Om de cirkel rond te maken wordt de elektriciteit duurzaam opgewekt, met 18 zonnepanelen geïnstalleerd op het dak.”
Natuurlijk renovatiemoment
Hoe zit het met de kosten? “Ik realiseer me dat ik dicht bij het vuur zit en dat hierdoor zaken een stuk eenvoudiger uitvoerbaar zijn. Je moet echter op basis van de bouwfysische eigenschappen van je woning een juist moment kiezen waarop je de vereiste aanpassingen gaat doorvoeren. Een woning uit 2004 is hierbij heel simpel uit te voeren in vergelijking met een huis uit 1928. Als je toch van plan bent om zaken in huis aan te pakken dan kun je werkzaamheden efficiënt en met lagere kosten uitvoeren. Ben je van plan om je vloerbekleding aan te passen dan heb je een ideaal moment om bijvoorbeeld vloerverwarming aan te brengen.”
Het meeste geld ging echter niet naar de verduurzaming, maar naar de nieuwe keuken, badkamer en stucwerk. “De vloerverwarming hebben we laten infreezen en de kosten worden hierbij veelal zeer hoog voorgesteld. In onze situatie kostte het €3.850 euro (15 groepen inclusief slangen en verdeler). De vloerverwarming werd binnen één dag geïnstalleerd, zonder noemenswaardige overlast.” Een natuurlijk renovatiemoment kan daarom bij uitstek dienen om verduurzamingsmaatregelen mee te nemen. “Als je aan de slag gaat om je comfort op te waarderen, denk dan ook na over je installaties en de vervangingsmomenten. Als je toch gaat renoveren of moderniseren is verduurzaming een stuk eenvoudiger uitvoerbaar.”
Monitoring is belangrijk om een goed inzicht te krijgen in de prestaties van de woning. Na de renovatie werden installaties en prestaties onder de loep genomen, waar interessante gegevens uit kwamen. “Er viel een aantal dingen op. Zo heerst er in de markt een vooroordeel over airco’s. Die slurpen energie, denkt men. Wij gebruiken de airconditioning om incidenteel te verwarmen en te koelen. Dan heb je het over iets meer dan 300 kWh.” Dat betekent wel dat je de units op een verantwoorde manier moet gebruiken. “Afgelopen zomer haalden we een recordtemperatuur. Door te koelen en bijvoorbeeld een timer te zetten, realiseer je comfort en verbruik je niet te veel energie.”
Verrassende monitoringsresultaten
Op LinkedIn speelde Grevers open kaart en liet de monitoringsresultaten zien. “Vooraf had ik ingeschat dat het verbruik van de lucht/water-warmtepomp tussen de 3.000 en 4.000 kWh per jaar zou bedragen. Dit is uiteindelijk 3.344 kWh geworden. Het gaat hierbij om de verwarming en het warm tapwaterverbruik voor een gezin van vier personen”. Grevers was het meest verrast over de aanvoertemperatuur voor de verwarming, in een huis dat in 2004 gebouwd werd. “Wanneer een woning minder goed geïsoleerd is, heb je een hoger aantal graden Celsius nodig om het behaaglijk warm te maken. Het vooroordeel is dat die aanvoertemperatuur heel hoog moet zijn bij bestaande huizen. Toch blijkt dat in mijn situatie dat op basis van de standaard ingebouwde regeling kon worden volstaan met een maximale aanvoertemperatuur van 33 graden Celsius.” Dit bleek mede mogelijk omdat ik zo veel mogelijk vloerverwarmingsslang in de vloer heb aangebracht. Zo kun je zien dat veel installatieonderdelen elkaar kunnen ondersteunen (lage temperatuur afgifte, warmtepomp, WTW-ventilatie)."
Een andere oorzaak daarvan schuilt in de technische innovatie van de installaties. “Het warmtepompsysteem kijkt naar diverse criteria om te bepalen welke acties gewenst zijn. De buitentemperatuur, de aanvoertemperatuur, de retourtemperatuur, de gemeten ruimtetemperatuur en het setpoint spelen hierbij onder andere een rol. Met die data wordt een voorspelling gedaan om met een zo laag mogelijke aanvoertemperatuur de ruimte warm te krijgen.” De apparaten die elektriciteit verbruiken worden in beeld gebracht en slim aangestuurd. “Daarnaast wordt een deel van de opgewekte elektriciteit omgezet in warm tapwater.”
Eindbestemming: NOM
Uiteindelijk moet de woning uit 2004 volledig Nul op de Meter (NOM) worden. “Dat ligt nog wat verder weg, maar het is wel de eindbestemming. Hiervoor zouden we nog wat meer duurzame energie moeten opwekken of wat moeten doen aan de schil.” Grevers noemt daarbij nog een belangrijke tip voor woningeigenaren die ook aan de slag gaan met verduurzaming. “Wanneer je je laat adviseren door verschillende partijen, vraag dan naar referenties. Zorg dat ze een aantal woningen laten zien die ze onder handen hebben genomen en vraag naar gebruikerservaringen. Je ziet energietransitie- en belevingscentra ontpoppen, mooie voorbeelden van hoe je eindgebruikers verduurzaming kunt laten ervaren. Dit maakt het meer tastbaar en zorgt voor versnelling.”