Duurzame warmtepompen

BREEAM-NL-2014

BREEAM-NL-2014

BREEAM is een duurzaamheidskeurmerk voor het realiseren van duurzame gebouwen met minimale milieu-impact. BREEAM staat voor Building Research Establishment Environmental Assessment Method. BREEAM stelt een standaard voor een duurzaam gebouw en geeft vervolgens aan welk prestatieniveau het onderzochte gebouw heeft. De bedoeling is gebouwen te analyseren en verbeteren.

Een gebouw wordt beoordeeld op bouwkundige elementen (tussenvloeren, gevels, dak, ramen), installaties (verlichting, verwarming, koeling, ventilatie), afwerking (van onder andere vloeren en binnenwanden) en het bij het gebouw horende terrein (het bouwkavel). De beoordeling vindt plaats in negen categorieën:

  1. Management
  2. Gezondheid
  3. Energie
  4. Transport
  5. Water
  6. Materialen
  7. Afval
  8. Landgebruik & Ecologie
  9. Vervuiling

De categorieën zijn weer onderverdeeld in ‘credits’. Het gebouw krijgt per credit punten toegekend. Die worden gezamenlijk doorgerekend tot één samengestelde gebouwscore. De Nederlandse creditlijst is toegespitst op de Nederlandse wet- en regelgeving, praktijkrichtlijnen en de bouwpraktijk.

BREEAM-NL In-Use
Voor bestaande utiliteitsgebouwen is BREEAM-NL In-Use hét managementinstrument om concreet en meetbaar met integrale verduurzaming aan de slag te gaan. Het is de meest gebruikte standaard in Europa. Het toepassen van BREEAM-NL In-Use levert je waardevolle inzichten op, waarmee je het verduurzamingstraject van je gebouw kunt vastleggen, monitoren en verbeteren. Een managementinstrument in de transitie naar een duurzaam gebouw of portefeuille. Lees hier meer.

Certificering
Gebouweigenaren of ontwikkelaars kunnen een project registreren bij DGBC. Wanneer er voldoende punten worden behaald, wordt een certificaat ontvangen. Er zijn twee soorten certificaten:

  • Ontwerpcertificaat: Niet verplicht, maar wordt gezien als tussentijdse inschatting of het uiteindelijke certificaat behaald gaat worden;
  • Oplevercertificaat: Het uiteindelijke BREEAM-certificaat, zeggende dat het gebouw/project aan de eisen voldoet.

De BREEAM-NL methode bestaat uit vier verschillende keurmerken:

  1. BREEAM-NL Nieuwbouw en renovatie. Dit keurmerk wordt gebruikt om de duurzaamheidsprestatie van nieuwe gebouwen te bepalen
  2. BREEAM-NL In-Use. Hiermee worden reeds bestaande gebouwen beoordeeld op basis van drie niveaus: gebouw, beheer en gebruik
  3. BREEAM-NL Gebied. Dit keurmerk beoordeelt de duurzaamheidsprestatie van gebieden
  4. BREEAM-NL Sloop en Demontage. Dit keurmerk beoordeelt de duurzaamheid van sloopprojecten

BREEAM en Mitsubishi Electric

De warmtepompsystemen van Mitsubishi Electric vallen onder de meest duurzame systemen die in de markt verkrijgbaar zijn. Toch scoren de warmtepompsystemen van Mitsubishi Electric niet op elk punt van BREEAM goed. Dit hangt samen met het toegepaste koudemiddel R410a.

BREEAM-NL 2014 hanteert voor een koudemiddel een maximale GWP waarde van 5, terwijl het koudemiddel R410a een GWP waarde heeft van 2088. Een lage GWP waarde zegt echter niets over de duurzaamheid van een systeem. Een hoge GWP waarde kan zelfs bijdrage aan de duurzaamheid van een systeem.

GWP

GWP staat voor Global Warming Potential. GWP is een waarde in welke mate een koudemiddel bijdraagt aan het broeikaseffect. De GWP-waarde wordt gegeven in relatie tot CO2. CO2 heeft een GWP van 1. Hoe lager de GWP-waarde hoe minder het koudemiddel bijdraagt aan opwarmen van de aarde (broeikaseffect). Hierbij wordt vaak vergeten dat een koudemiddel pas een bijdrage aan het broeikaseffect heeft als het door lekkage ontsnapt uit de installatie. Doordat er in Nederland strenge eisen gesteld worden aan het lekdicht installeren van dergelijke installaties, heeft Nederland het laagste lekdichtheidspercentage in de wereld. Zolang een koudemiddel in een lekdichte installatie aanwezig is, geeft het dus geen negatieve bijdrage aan het broeikaseffect. Het zal zelfs zo zijn dat een koudemiddel met hoge GWP-waarde in staat is veel warmte bij zich te houden en daardoor veel warmte te transporteren. Hierdoor zal de energieprestatie van de warmtepompinstallatie hoog zijn. Een waarde die veel meer zegt over de duurzaamheid van de installatie is de TEWI-waarde.

TEWI

TEWI staat voor Total Equivalent Warming Impact. Hieronder wordt verstaan de som van de directe en indirecte bijdragen van het koudemiddel aan het broeikaseffect, uitgedrukt in equivalente kg CO2-uitstoot tijdens de levensduur van een installatie. De TEWI-waarde wordt weergegeven in een directe en indirecte bijdrage aan CO2-emissie.

  • De directe bijdrage ontstaat als het koudemiddel door lekkage vrijkomt in de atmosfeer. Deze waarde wordt uitgedrukt in kg CO2. De directe bijdrage bestaat uit drie factoren, respectievelijk lekkage tijdens bedrijf, lekkage en ontsnappingen tijdens onderhoud of ontmanteling;
  • De indirecte bijdrage is het gevolg van de CO2-emissie bij de energieopwekking, dus de efficiency van de installatie. Anders gezegd: De CO2-bijdrage is dus de CO2-uitstoot van de energiecentrale die elektriciteit opwekt, welke door de warmtepomp wordt omgezet in nuttige warmte of koude.

Bij een warmtepomp installatie bestaat de totale CO2-emissie tijdens de levensduur van de installatie voor 6% uit directe bijdrage en voor 94% uit indirecte bijdrage. De directe bijdrage kan herleid worden uit de GWP-waarde, de indirecte bijdrage uit de energieprestatie van de installatie. Hieruit kan dus geconcludeerd worden dat de energiezuinigheid van de warmtepomp meer invloed heeft op de duurzaamheid van een installatie dan de GWP-waarde van het toegepaste koudemiddel.

Beoordeling Mitsubishi Electric

Hieronder de beschrijving waarin de mogelijkheden staan weergegeven om met een City Multi VRF-systeem credits te behalen bij een Breeam-NL-2014-beoordeling in de categorieën POL1 en POL2.

Breeam-NL-2014 POL1 / GWP van koudemiddelen voor klimatisering
Waar de geleverde bewijsvoering aantoont dat in koel- of warmtepompsystemen alleen koudemiddelen met een GWP van minder dan 5 gebruikt worden.
OF Waar geen koudemiddelen gebruikt wordt voor klimaatbeheersing in het gebouw EN waar thermisch comfort is meegenomen in het ontwerp.

- Aan de eisen van deze credit kun wij niet voldoen.

Breeam-NL-2014 POL2 punt 1 / Voorkomen van lekkages van koudemiddelen
Waar koudemiddelen aanwezig zijn en de geleverde bewijsvoering aantoont dat het weglekken van koudemiddelen wordt gedetecteerd en gesignaleerd.
OF Waar geen koudemiddelen aanwezig zijn.

- Deze credit kunnen we behalen door het laten afschakelen van de compressor op basis van een lage druk storing (wat kan duiden op een koudemiddel lekkage). Weergave hiervan vindt plaats op de centrale- en lokale bedieningen (1301 storingscode => lage druk fout).

Breeam-NL-2014 POL2 punt 2 / Voorkomen van lekkages van koudemiddelen
Waar koudemiddelen aanwezig zijn en de geleverde bewijsvoering aantoont dat de koelcompressor bij een lekkage automatisch wordt uitgeschakeld en het koudemiddel wordt afgepompt naar een warmtewisselaar of opslagvat met afsluitkleppen OF Waar geen koudemiddelen aanwezig zijn.

- Deze credit kunnen we behalen door een automatische afpompfunctie te realiseren.

Conclusie:
2 van de maximaal 3 credits kunnen worden behaald met een City Multi VRF-systeem van Mitsubishi Electric binnen de categorieën POL1 en POL2.